Politiek aspect
Rome werd circa 750 VC gesticht door Romulus, die daarna ook de eerste koning werd. Samen met zijn broer Remus is hij opgevoed door een wolvin en hebben ze de stad Alba Longa gered, waarna ze een stuk land kregen om een stad te stichten. Althans, zo gaat het volgens de legende. Echt bewijs is er niet. Wel is zeker dat er op de heuvels van Rome kleine dorpjes waren die met elkaar handel dreven in het dal. Daar is het Forum Romanum gebouwd, het centrum van Rome.
Tot 509 VC bleef Rome een koninkrijk. De zoon van de laatste koning, Sextus, verkrachtte een vrouw en als wraak werd de gehele koninklijke familie verdreven uit Rome.
Hierna werd Rome een republiek. De republiek werd geleid door twee consuls, die gekozen werden uit de senaat. Tijdens de dagen van de republiek begon Rome zich sterk uit te breiden. Hierdoor ontstonden vele oorlogen, bijvoorbeeld de drie Punische oorlogen met Carthago.
Het volk had eerst weinig te zeggen. Daarom trok in 494 VC het gehele "gewone" volk uit de stad om macht af te dwingen. Daarom heeft de senaat een systeem van volkstribunen ingesteld. Het volk kon enkele tribunen kiezen die weer hun zegje konden doen in de politiek.
In de eerste eeuw van Christus waren er drie mannen, Crassus, Pompeius en Caesar, die samen een verbond sloten, het Eerste Triumviraat, om macht te verkrijgen. Toen Crassus overleed kwamen Pompeius en Caesar lijnrecht tegenover elkaar te staan. Caesar heeft Pompeius naar Egypte verdreven waar hij door de farao werd vermoord. Terug in Rome benoemde Caesar zichzelf als dictator voor het leven. Hij trok alle macht naar zich toe, tot afgrijzen van de senaat. De senaat heeft hem uiteindelijk in 44 VC vermoord.
In de direct daaropvolgend machtsstrijd ontstond een nieuw triumviraat, en wel die tussen Lepidus, Marcus Antonius en Octavianus, Caesars neef. Lepidus stierf al vroeg, maar Marcus Antonius en Octavianus verdeelden het rijk in tweeën om te regeren: west voor Octavianus, Egypte en het oosten voor Marcus Antonius. Zij kregen later ook ruzie en Octavianus heeft Marcus Antonius tot zelfmoord gedwongen. Octavianus gaf alle macht direct terug aan de senaat, die het daarna weer aan hem gaf met de titel Augustus, de verhevene.
Augustus werd zo in de eerste keizer (alhoewel dit door velen betwijfeld wordt, aangezien hij "alleen maar" dictator voor het leven was). Hij creëerde de Pax Romana, de Romeinse vrede, waardoor er rust, vrede en vrije handel ontstond in het Rijk. Deze heeft voorgeduurd tot 180. Deze periode staat bekend als het hoogtepunt van het Romeinse Rijk.
Aan het einde van deze periode kwam Commodus als keizer aan de macht. Hij was een impopulaire keizer, en nadat hij werd vermoord braken er weer burgeroorlogen uit.
In 284 deelde Diocletianus het rijk eerst in tweeën, en later zelfs in vieren. Het Romeinse Rijk werd in vier afzonderlijke delen bestuurd, maar was wel een geheel rijk op economisch en militair vlak. Uiteindelijk heeft keizer Constantijn de vier delen weer herenigd.
In 364 splitste keizer Flavius het rijk weer in tweeën. Zijn neef Theodosius heeft daarna de delen weer verenigd, en na zijn dood werd het rijk definitief gesplitst.
In het tweede deel van de vijfde eeuw werd het westelijk deel van het Romeinse Rijk veel aangevallen door de Germanen. Uiteindelijk viel het in 476.
Sociaal aspect
Romulus stelde een raad van oude mannen in, de senex, later ook wel de senaat genoemd. Hun nakomelingen noemden zich de patriciërs of nobiles. Zij waren het geslacht dat als enige recht had op bestuurlijke baantjes. Dit kun je ook wel vergelijken met de adel.
Naast de nobiles waren er ook nog de equites, het geslacht van de ruiterij, het leger. De equites was de rijkere groep bevolking in het rijk, maar zij waren niet “van adellijk bloed”. Als een persoon dit wel lukte, dan werd hij een homo novus genoemd, een nieuwe in de adellijke stand. Een bekende homo novus is Cicero, de beroemde redenaar.
Ten derde waren er de Plebejers, het gewone voetvolk. Zij waren doorgaans zeer arm en hadden helemaal niets te zeggen. Door uittochten uit Rome wisten ze de regeerders onder druk te zetten en kregen ze uiteindelijk een volksvergadering en werd er het ambt van volkstribuun ingesteld.
Verder waren er nog de slaven. Slaven hadden geen enkele rechten. Veel mensen hebben zich tegenover deze rechteloosheid geuit, waaronder de beroemde filosoof Seneca.
De mensen die overwonnen werden, werden als slaven verkocht. Hoe deze slaven behandeld werden, was geheel afhankelijk van de meester.
In het keizerrijk werden slaven nog wel eens vrijgelaten. Deze vrijgelatenen kregen soms hoge baantjes. Zo liet keizer Claudius zich adviseren door meerdere vrijgelatenen.
Over het algemeen hadden vrouwen geen hoge posities in het Romeinse Rijk. Er waren wel enkele vrouwen die invloed konen uitvoeren op hun echtgenoten. Zo werd keizer Claudius zwaar beïnvloed door zijn vierde vrouw Agrippina. Zij overtuigde hem bijvoorbeeld om haar zoon Nero te adopteren zodat Nero na Claudius aan de macht zou komen. Daarna heeft ze hem vergiftigd.
Economisch aspect
De economie in een rijk is zeer belangrijk. Zonder een goed lopende economie komt het rijk al snel in verval. De prijzen zijn te hoog, de lonen te laag, etc. Dit lokt weer ontevredenheid bij de bevolking uit.
Het inkomen van het Romeinse Rijk was in het begin afhankelijk van de landbouw, er werd weinig aan handel gedaan. Het grootste gedeelte van de bevolking woonde en werkte ook op het land. Land werd gemakkelijk afgepakt van de boeren door de nobiles en boeren kwamen snel in de schulden. Zo werden boeren vaak snel tot slaaf gemaakt.
De handel over de Middellandse zee trok steeds meer aan. In de tweede eeuw voor Christus bereikte deze handel zijn hoogtepunt. Om de handel over zee te vergemakkelijken zijn er vuurtorens gebouwd, zelfs tot in Dover.
De Romeinen waren een van de eersten in het Westen die muntgeld invoerden. Ook belasting is bedacht door de Romeinen. Bij deze belastingen werd er echter vaak gesjoemeld. De regeerders droegen de gouverneurs van provincies op om in hun provincie een bepaald bedrag aan belasting te innen. de gouverneurs verhoogden dit bedrag nog eens flink en buitten de bevolking uit,
Romeinen verrijkten zich ook vooral door rijke gebieden te veroveren en dat gebied te gebruiken om inkomsten te winnen. De overwonnenen werden als slaven verkocht en dit zorgde weer voor extra inkomsten van de regerende partij.
Religieus aspect
In het Romeinse Rijk geloofde men heilig in de Olympische Goden van de Grieken, zij het onder een andere naam en een iets andere invulling.
Tegenover het Jodendom waren de Romeinen niet erg gedogend. Zo werden Joden vaak vervolgd. Bekend is ook de Joodse diaspora uit de eerste eeuw.
In de eerste eeuw ontstond het Christendom. Het Christendom werd verboden en aanhangers werden vervolgd, gemarteld en vermoord. Pas in 312 stelden Constantijn en Licinius Maxentius de godsdienstvrijheid in. Nog steeds was het Olympische geloof de staatsreligie, maar het Christendom was wel toegestaan. In 394 werd dit veranderd door keizer Theodosius. Vanaf toen was het Christendom staatsgodsdienst.
Een verplichte staatsgodsdienst is goed voor het rijk. Men voelt zich meer met elkaar verbonden als zij dezelfde god(en) aanbidden. Deze verbondenheid ontstaat dan ook tussen de bevolking en de regering. Als de mensen zich meer verbonden voelt met elkaar en met de regering, dan zal er minder snel opstand komen. Zij zien de regering dan meer als gelijken, en minder als een hogere, onderdrukkende klasse.
Militair aspect
In de periode van de monarchie en de republiek moest het Romeinse leger nog aan kracht groeien. Het Romeinse Rijk heeft namelijk enkele zware verliezen gekend. Zoals de oorlog tegen de Carthagers. Rome heeft toen pas overwonnen nadat ze vele verliezen had geleden.
Pas zo rond 149 had Rome een echt sterk leger. Na jaren van afwisselend vrede en oorlog met de Carthagers ontstond toen een derde oorlog. Rome heeft Carthago toen belegerd en uiteindelijk vernietigd, zonder enige echte tegenslag.
In de bloeiperiode was er de pax Romana, de Romeinse vrede. Deze vrede werd door een sterk leger gegarandeerd door vijanden buiten te houden. De burgers hebben tot 180 in vrede geleefd, dankzij het sterke leger van het rijk.
Hierna ging het bergafwaarts met het leger. Het rijk werd meerdere malen gesplitst, waardoor het leger ook gesplitst werd. Bij de tetrarchie waren er zelfs vier grote legers. Deze vier legers konden goed afzonderlijk vechten, maar samen vechten ging een stuk minder goed, aangezien er minder eenheid was tussen de soldaten.
Het leger werd zwakker en zwakker, waarvan de Germaanse volkeren uiteindelijk dankbaar gebruik van maakten. Zij gingen steeds vaker in de aanval op het Romeinse Rijk. Uiteindelijk kon het leger van het West-Romeinse Rijk de aanvallen niet meer stoppen, en zo is het rijk ook aan zijn eind gekomen.
Legaal aspect
In het koninkrijk Rome was er een vergadering, de comitia. De koning kon de comitia vragen om bepaalde besluiten te nemen. Dit waren de eerste wetten.
In de republiek waren de burgers zwaar achtergesteld. Begin vijfde eeuw werd er daarom een volksvergadering ingesteld, nadat de burgers van Rome de stad uit trokken en op een van de heuvels verbleven. In deze volksvergadering zaten dor het volk gekozen volkstribunen. Zo had het volk wat meer inspraak in de wetgeving en besluitneming van de staat.
Al heel snel daarna werd er door de volkstribunen gevraagd om het burgerlijk recht op 12 tabletten vast te leggen, ook wel de Wet van Twaalf Tafelen genoemd.
In de komende eeuwen kwamen er vele wetten bij, die wij nu ook nog kennen.
Het keizerrijk was verdeeld in provinciae. In elke provincia werd er recht gesproken door de proconsul, de gouverneur van die provincia.
Maak jouw eigen website met JouwWeb