Politiek aspect

Aan het hoofd van het Mongoolse Rijk stond de Khan, een soort keizer over een nomadische stam van Mongolen. Genghis Khan, de stichter van het Mongoolse Rijk was in deze structuur de Khagan. De Khagan werd verkozen door de Kurultai een vergadering van stamhoofden van de afzonderlijke mongoolse stammen (zie afbeelding).

Sociaal aspect

In de Mongoolse samenleving waren mannen erg dominant; een patriarchische structuur. De man was de baas in het gezin, afkomst werd bepaald door de lijn van de vader, en nieuwe echtparen woonden bij de ouders van de man. Families met veel dochters hadden een hoger aanzien dan families met veel zonen, omdat deze dochters bruidschatten met zich mee brachten.

Mongoolse zonen erfden na de dood van hun ouders een deel van de kudde, waarbij oudere zonen meer ontvingen.

Economisch aspect

Door de Mongoolse wetgeving waren er relatief veel economische vrijheden en mogelijkheden. Zo werd de zijderoute 'heropend'  en beeïndigenden ze het handelsmonopolie van het Abbasid-kalifaat, de heersers in het Midden-Oosten vóór de Mongolen.  Door de zijderoute verspreidden nieuwe technologieën zich over het rijk, en ook substanties zoals saffraan (een specerij), thee, pistachio's en dadels.

Wat ook meespeelde waren de strenge straffen op bijvoorbeeld diefstal. Zo moest een paardendief negen keer zo veel paarden als hij gestolen had als compensatie betalen, of hij zou worden geëxecuteerd.

Religieus aspect

Het Mongoolse Rijk was voor zijn tijd erg tolerant wat religies betreft. Bijna elke grote religie van toen had wel aanhang: Boeddhisme, Christendom, Islam; het maakte niet uit, zolang je maar trouw was aan de Khan.  Genghis Khan zelf, en zijn opvolgers, waren erg geïnteresseerd in de verschillende religies, en nodigde ook meerdere priesters uit in zijn hofhouding.

De oorspronkelijke religie van de Mongolen was het Tengrisme, een soort animisme. Dit betekent dat dit levensbeeld ervan uitgaat dat alle levende én niet-levende dingen een ziel hebben.

Militair aspect

Het leger van het Mongoolse Rijk was erg goed georganiseerd, getraind, en slagvaardig. Het leger was decimaal georganiseerd, d.w.z.. in een heden van 10, 100, 1.000 en 10.000 man. Hun strategie was voornamelijk gebaseerd op boogschutters te paard, die snel en behendig zwaarder gepantserde eenheden omsingelden en uitschakelden. Ook psychologische oorlogvoering werd gevoerd door bijvoorbeeld de angst voor totale vernietiging te verspreiden en het creëren van stofwolken zodat het leek of ze meer manschappen hadden. Mongoolse troepen werden in de geschiedschrijving erg berucht en geafschuwd om hun wrede tactieken, zoals het uitmoorden van gehele volkeren; mannen, vrouwen en kinderen en het onvruchtbaar maken van landbouwgrond. Ook cultuurschatten werden vernietigd, zoals de bibliotheken van Baghdad. Deze slechte reputatie is ook de verklaring voor het scheldwoord Mongool.

Andere voordelen van de Mongoolse troepen waren de onvoorwaardelijke gehoorzaamheid, het adopteren van tactieken van veroverde volken, en het ronselen van veroverde nomadische volken.

 

 

Legaal aspect

Het Mongoolse Rijk had sinds het heerschap van Genghis Khan een uitgebreid wettelijk systeem, genaamd de Yassa. Deze wet werd geheim gehouden, zodat de Khan de wet selectief kon handhaven en aanpassen naar behoefte. Dit wettelijk systeem was erg cruciaal voor het welzijn van het Mongoolse Rijk, omdat de religieuze vrijheid, bescherming van handel, en zelfs een soort oorlogsrecht hierin vastgelegd was. Zo waren er bijvoorbeeld doodstraffen voor de diefstal van paarden (dé bron van welvaart in het Mongoolse Rijk), desertie, aanranding en verkrachting, en het verbod op het doden van (kleine) kinderen in oorlog.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb